Sint Ludger

Sint Ludger (ca. 742-809) reisde als missionaris namens Karel de Grote. Zijn missie was om de Saksen te bekeren. In 800 kreeg hij land van een Saksische familie (het huidige Lüdinghausen). Ludger liet het land na aan de abdij van Werden, die het land van 800 tot 1802 in bezit had.

Hij liet de eerste van de drie kerken bouwen op de plek waar nu de Sint Felizitaskerk staat. Ludger stierf in Billerbeck in 809. De begrafenisstoet met zijn kist reisde van Billerbeck via Münster naar Essen-Werden en kwam ook door Lüdinghausen.

Volgens de legende begonnen de kerkklokken uit zichzelf te luiden (lüden) toen de processie door de stad trok. Hieraan dankt de stad haar naam Lüdinghausen. Maar de naam Lüdinghausen komt eigenlijk van de "huizen van Luido".

Sint Ludger moet ook een speciale relatie met ganzen hebben gehad. Hij zei: "Als een put opdroogt, gooi er dan ganzen in. Op de plek waar ze zichzelf weer uitgraven, bouw je een nieuwe put." En zo geschiedde. De Ludgerusfontein bestaat vandaag de dag nog steeds in Billerbeck.

Sint Ludger is vereeuwigd op een glas-in-loodraam in de Sint Felizitaskerk en op de marktfontein.