Wolfskloof
Wolfsschlucht is de naam van een klein gebied rond de bronbeek Wulfsbieke. Het maakt deel uit van het ongeveer 66 hectare grote natuurreservaat Seppenrader Schweiz , dat zich onder andere richt op het behoud van natuurlijke bronnen en beken. De naam is een raadsel en de geschiedenis illustreert het veranderende begrip van de natuur in onze tijd.
De naam Wulsbeck (oud-Duits voor wolvenbeek) verschijnt voor het eerst op officiële kaarten in 1826. Later werd de beek bekend als Wulfsbieke en pas in het midden van de 20e eeuw werd de naam Wolfsschlucht (wolvenkloof ) gebruikelijk voor het hele beekdal. Maar waar komt de verwijzing naar de wolf vandaan? Zelfs de heraldiekexpert Anton Fahne verklaarde in 1860 dat de oorsprong van het woord "wolf"... "al veel is verzonnen".
Wolven zouden in die tijd in Seppenrade hebben bestaan. Volgens de mondelinge overlevering was er 250 jaar geleden nog een roedel wolven te vinden in de omgeving van het dorp. De waarneming van twee wolven in 1838 is gedocumenteerd, hoewel de laatste wolf in Westfalen drie jaar eerder in Nordkirchen gedood zou zijn. Er zijn echter nooit bewijzen gevonden van wolven in de kloof. De verwijzing lijkt onwaarschijnlijk.
Lange tijd was er ook een wolf met een dubbele staart te zien in de Wolfsschlucht op een zandstenen wapenschild, dat overeenkwam met een afbeelding in de gebrandschilderde ramen van de dorpskerk. Dit heeft zijn oorsprong in het wapen van de familie Lupus de Ludinchusen (Wolf zu Lüdinghausen), voor het eerst vermeld in 1271. De familie bezat de kloof aan het einde van de middeleeuwen en haar zetel was kasteel Wolfsberg in Lüdinghausen. Het is daarom denkbaar dat de naam van de beek in die tijd te danken was aan de familienaam.
Als je vandaag de dag in de met bomen begroeide Wolfsschlucht-kloof kijkt, kun je je moeilijk voorstellen dat hier zo'n 80 miljoen jaar geleden een tropische zee was. In het Krijt was niet alleen Seppenrade, maar de hele Westfaalse Baai bedekt met zeewater. De zeebodem is hier vandaag de dag nog steeds te vinden: gefossiliseerd, samen met de dieren die erin leefden. In verschillende lagen kalkhoudend zandsteen en kalkmergel vormt het de bergketen van "Seppenrade Zwitserland".
Ongeveer 20 bronnen brengen het grondwater rond de bergkam naar boven. Het bronwater spoelt al vele duizenden jaren de hellingen van zacht gesteente uit. Hierdoor zijn diepe dalen ontstaan, zoals de Wolfsschluchtkloof. In Seppenrade worden deze dalen met een bron Siepe genoemd. Ze maken vermoedelijk deel uit van de plaatsnaam (Seppe = Siepe). Het tweede deel van de naam duidt op bosontginning, zodat de woorden samen het kenmerkende gebied uit die tijd beschrijven.
Bronnen zijn beschermde biotopen. De reden hiervoor is de gevoeligheid van deze kleinschalige habitat voor veranderingen. De bewoners hebben zich duizenden jaren lang aangepast aan de constante temperatuur en chemische samenstelling van het water. Sommige relictsoorten uit het stenen tijdperk - zoals de alpiene draaikolkworm - komen nu alleen nog voor in bronnen. Als de leefomstandigheden veranderen, kunnen veel soorten hun eilandbiotoop niet verlaten vanwege hun beperkte mobiliteit.
In het natuurreservaat Seppenrader Schweiz zijn naast de typische bronbeekbewoners, zoals de draaikolkworm en de larven van de kaddisvlieg, ook beschermenswaardige planten te vinden. De rododendron, aronskelk, miltkruid, reuzenpaardenstaart en dotterbloem zijn zeldzame planten die de ecologische waarde van dit gebied in Seppenrade vergroten.
Natuur door de eeuwen heen
De geschiedenis van de bronbeek en zijn kloof vertelt ook over het veranderende begrip van de natuur door de eeuwen heen: van een goed onderhouden park tot wilde natuur. Al in 1900 was de Wulfsbieke een populaire bestemming voor uitstapjes vanwege het unieke karakter in de regio en omdat het voldeed aan de wilde en romantische ideeën over de natuur van die tijd. In die tijd betekende natuur niet noodzakelijk natuur: het parkachtige terrein werd gebruikt door wandelaars en zondagse excursiegangers om te picknicken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde een paramilitaire bouwgroep bunkers en tunnels in de Wolfsschlucht aan te leggen en vernietigde daarbij de paden en terrassen. In de naoorlogse jaren kreeg de Wolfsklamm weinig aandacht. De half ingegraven bron werd gebruikt als stortplaats en vervuild door verschillende ingangen.
In 1967 werd de Wolfsschlucht in het kader van de campagne "Ons dorp moet mooier worden" door vrijwilligerswerk van de heemkundevereniging Seppenrade weer onder de aandacht van het publiek gebracht. Een grote schoonmaakactie maakte het weer aantrekkelijk voor bezoekers. Hierdoor werd de bronbeek weer onderdeel van het plaatselijke recreatiegebied.
In 1995, toen de pachtovereenkomst afliep, kwam er een einde aan de betrokkenheid van de heemkundevereniging Seppenrade en nam het bezoekersverkeer af. De daaropvolgende periode van weinig verstoring kwam ten goede aan de natuur. De daaropvolgende periode van weinig verstoring kwam ten goede aan de planten en dieren die daadwerkelijk een thuis hebben in de gevoelige Quellbach-habitat.
In 2018 werd de Wolfsschlucht actief ecologisch opgewaardeerd. Met projectfinanciering van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling werd onder andere de ontmanteling van stuwen in de drie vijvers gefinancierd. De vrije waterloop lijkt nu meer op zijn natuurlijke verschijningsvorm.
Sinds januari 2021 is het mogelijk om een kijkje te nemen in het kwetsbare brongebied via het drempelloze uitkijkplatform. De beschermde dier- en plantensoorten die zijn aangepast aan het leefgebied in de Wolfsschluchtkloof hebben een plek om zich terug te trekken en kunnen zich zonder menselijk ingrijpen ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat dit zo blijft, is het niet langer toegestaan om de Wolfsklamm buiten de rondgaande route te betreden. Het pad loopt nu langs de Wolfsbieke naar de karakteristieke boomgaarden op de helling en biedt prachtige uitzichten op de stad Lüdinghausen.