Hermannstrasse
Getuigenis van het burgerleven
De Hermannstraße wordt gekenmerkt door de kleine huizen die kenmerkend zijn voor de oorspronkelijke bebouwing van Lüdinghausen. Lüdinghausen was een kleine boerenstad: De mensen verbouwden wat ze nodig hadden. Ze sloegen onder andere vlas op onder het dak van hun huizen. In de middeleeuwen woonde het vee in het huis. Dit is vandaag de dag nog steeds te zien in de achtergebouwen aan de Hermannstraße. Tot 1905 was er nog een veehoeder die de koeien 's ochtends ophaalde en ze naar de weiden buiten de stad dreef.
Nadat Lüdinghausen vier keer was afgebrand (de laatste keer in 1832), werd er een verordening uitgevaardigd waarin stond dat er geen geiten, mesthopen of karren in de straten mochten worden geparkeerd. De brandweer moest erdoor kunnen. Bovendien moest elk huis een waterput hebben.
De Achill-geit herinnert aan het geitenstation dat vroeger aan het noordelijke deel van de Hermannstraße stond. Het stonk hier vreselijk, dus werd het verbannen naar de rand van de stad. Alles wat niet gewenst was in de stad stond aan de rand. Dat gold ook voor de synagoge en het ziekenhuis.
Langs de achterkant loopt de Wallgasse. De Wallgasse doet denken aan de stadswal die ooit aan de rand van de stad stond, die tien meter breed en vier meter hoog was.